Nieuw regionaal crisisplan

Gepubliceerd op 6 januari 2024

De coronacrisis, maar ook de opvang van Oekraïense vluchtelingen, boerenprotesten en grote natuurbranden zorgden de laatste jaren voor een andere, bredere, kijk op de interregionale samenwerking bij langdurige crises. De veiligheidsregio’s Brabant-Noord en Brabant-Zuidoost sloegen daarom de handen ineen voor het opstellen van een nieuw regionaal crisisplan. Dit plan is sinds 1 januari 2024 van kracht en gaat uit van een flexibele en informatie-gestuurde netwerkorganisatie, passend bij zowel flitsincidenten als langdurige crises.

Foto Wim Roefs -CNO (1)

“Twee jaar geleden zijn we een programma gestart om de crisisorganisatie door te ontwikkelen. Eén van de producten die we in 2023 opleverden, is het nieuwe regionaal crisisplan. Als Programmamanager heb ik samen met de Programmamanager van Brabant-Zuidoost vorm gegeven aan deze doorontwikkeling”, begint VRBN-Programmanager Ruud Huveneers. Het is een wettelijke verplichting om het regionaal crisisplan eens in de vier jaar te actualiseren. “De afgelopen jaren hebben we meer dreigingen gekend, maar ook te maken gehad met meer langdurige crises. De crisisorganisatie die we hadden, was vooral ingericht op acute incidenten zoals een grote brand. Met het oog op de verschuiving van het type crisis was het belangrijk om het crisisplan nu te actualiseren.”

160124 Ruud Huveneers - Regionaal Crisisplan 005 (1)

Monitoring- en signaleringsteam

Voor de actualisatie sloegen VRBN en VRBZ de handen ineen. Joost van den Broek, Adviseur Crisisbeheersing en Algemeen Commandant Brandweer bij Brabant-Zuidoost was samen met Ruud verantwoordelijk. “We zijn als twee veiligheidsregio’s samen dit traject ingegaan, waarbij we vooraf wisten dat we onze verschillen kennen, zowel in onze cultuur als in de structuur van de organisatie. Anderzijds was er duidelijk de wil en de behoefte om dit samen op te pakken en voor een kwalitatief hoogwaardig plan te gaan.” De voordelen van dit crisisplan ten opzichte van het voorgaande plan zijn volgens Joost duidelijk. “Allereerst hebben we ten opzichte van het vorige plan inmiddels ervaring met nieuwe crisisvormen zoals boerenprotesten, de vluchtelingencrisis en de coronacrisis. Dit geeft ons een andere blik op crisisbeheersing. Het zijn waardevolle ervaringen die we hebben meegenomen in het nieuwe plan.” Zo is er onder andere voor gekozen om voortaan meer te investeren in de voorkant. Joost verduidelijkt: “Soms zie je een crisis min of meer aankomen en kun je daar al mee aan de slag gaan voordat je de hele crisisorganisatie optuigt. Op het moment dat het écht crisis wordt, is dan al belangrijk voorwerk gedaan. Het monitoring- en signaleringsteam komt inmiddels twee keer per week bij elkaar en bespreekt mogelijke dreigingen voor onze regio’s.”

100124 Joost van den Broek - Regionaal Crisisplan 007 (1)

Meer flexibiliteit en maatwerk

In het nieuwe regionaal crisisplan worden concreet een aantal processen benoemd in deze belangrijke voorfase. Ruud: “Monitoring en signalering is er één, planningsstaf is een andere. Allemaal zaken waardoor de organisatie beter beslagen ten ijs komt. Daarnaast gaan we voortaan meer maatwerk leveren. Voorheen kenden we GRIP 1 en GRIP 2, en alles wat daarbij hoorde. In deze GRIP-structuur was rigiditeit geslopen. Nu kijken we ook naar het grijze gebied tussen GRIP 1 en GRIP 2; dat vergt meer flexibiliteit en maatwerk binnen onze organisatie.”

Verandering dienend voor regio

Om tot de actualisatie te komen, werkten Ruud en Joost het afgelopen jaar samen met de operationele diensten: politie, GHOR, bevolkingszorg en de brandweer. Joost: “We hebben op een aantal vlakken te maken met dezelfde partners, die zelf geen onderscheid tussen de twee veiligheidsregio's kennen, zoals de politie. Ook vanuit hen was er behoefte en noodzaak aan een gezamenlijk plan en duidelijke werkwijze.” Ruud vult aan: “Het was een uitdaging om tot een plan te komen waar allebei de regio's zich in kunnen vinden en een slag naar voren kunnen maken. We hebben vanuit beide kanten nuttige input geleverd. Samen keken we welke verandering dienend voor beide regio's zou zijn en hoe dat zou worden beleefd door de crisisfunctionarissen.”

Collectieve gedachte ontwikkelen

Het nieuwe regionaal crisisplan is sinds januari 2024 van kracht. “We hebben besloten om een plan te maken waar we weer vier jaar mee vooruit kunnen. Wel hebben we meteen tegen directie en bestuurders gezegd dat het mogelijk is dat we over twee jaar het plan bijstellen omdat er om ons heen zoveel verandert. Het is een heel dynamische tijd en de landelijke crisisstructuur is aan het veranderen. Daar willen we goed bij blijven aansluiten”, benadrukt Joost.


Wat de burgers merken van het nieuwe plan? Volgens Ruud vooral dat de veiligheidsregio’s beter en sneller kunnen anticiperen op een mogelijke dreiging en dat de burger eerder weet waar hij aan toe is.” Joost vult aan: “We zijn achter de schermen altijd bezig om ons voor te bereiden op zaken waarvan we hopen dat ze nooit voorkomen. Door onze samenwerking rondom het nieuwe regionaal crisisplan, hebben we een soepelere en meer effectief werkende crisisorganisatie gecreëerd. Dat plan is in beweging; we hebben 2024 nodig om het te implementeren en bij te slijpen. De praktijk zal uiteindelijk leren of we de juiste keuzes hebben gemaakt.”
Tot slot benadrukt Ruud dat er inmiddels in dit kader ook meer contact is met de zeven andere zuidelijke veiligheidsregio’s. “Het proces dat we samen met Brabant-Zuidoost hebben doorlopen, doen we nu nog dunnetjes over in een bredere groep. Er zijn altijd wel zaken waarbij je gelijk op kunt trekken. Ons doel is een collectieve gedachte te ontwikkelen over hoe we tegen dreigingen aankijken en daardoor steviger interregionaal kunnen samenwerken.”

Bron foto bovenaan: Wim Roefs